Alles over MIG/MAG lassen

Wat betekent en hoe werkt MIG/MAG lassen?

MIG/MAG lassen is een methode waarmee je elektrisch kan booglassen. Er wordt een elektrische boog getrokken tussen het object en het lasdraad. Deze methode wordt ook wel smeltlassen genoemd. Hier worden twee metalen aan elkaar verbonden door smelting. Het lasdraad wat hiervoor gebruikt wordt, wordt door de toorts (ook wel laspistool genoemd), automatisch aangevoerd. Dit draad heeft meerdere functies. In eerste instantie om de elektriciteit te geleiden naar het object, het dient als electrode. Daarnaast dient het als toevoegmateriaal voor het lassen. Zowel het draad als het object worden warm en er ontstaat een smeltbad. Omdat het materiaal niet mag verbranden en daarom niet te heet mag worden, wordt er gas gebruikt.

Wat is het verschil tussen MIG en MAG lassen?

Het verschil tussen deze twee varianten zit alleen in het gas wat gebruikt wordt. Omdat dit verschil klein is, en de methode hetzelfde, wordt het altijd in combinatie met elkaar genoemd. MAG staat voor Metal Active Gas. Dit type gas (een actief gas, bijvoorbeeld CO2) reageert wel met het smeltbad in tegenstelling tot Metal Inert Gas (MIG). Actief gas kan een negatieve uitwerking hebben op de kwaliteit van de las, maar is wel veel goedkoper. Inactief gas, zoals argon (of een mengsel daarvan), is daarentegen veel duurder. Het komt regelmatig voor dat er een mengsel wordt gemaakt tussen actief en inactief gas.

Wat zijn de voor- en nadelen van MIG/MAG lassen?

Voordelen van MIG/MAG lassen:

Het is sneller en goedkoper dan andere lasprocessen. Dit zijn twee van de grote voordelen van het MIG/MAG lassen. In korte tijd kan er snel gelast worden door de automatische draadaanvoer, hoge neersmelteenheden en inschakelduur. Daarnaast is het de goedkopere lasmethode, omdat er gebruik gemaakt wordt van een goedkoper type gas.

Deze methode is universeel. MIG/MAG lassen is voor veel type metalen en materiaaldiktes geschikt.

De kwaliteit van de las is degelijk. Uitgaande van de juiste omstandigheden en de juiste instellingen, geeft deze methode doorgaans een goede, heldere las. Door het beschermen met gas tijdens het lassen, gaat de lasverbinding ook niet oxideren.

Deze methode is gebruiksvriendelijk. Omdat het lasdraad automatisch aangevoerd wordt, heeft de lasser een hand vrij. Dit in tegenstelling tot andere lasmethodes, waarbij het lasdraad met de hand aangevoerd wordt. Daarnaast is het mogelijk om de lastoorts of het laspistool in allerlei hoeken te houden ten opzichte van het object. Belangrijk is dan wel dat het draad altijd in contact is met het object.

Nadelen van MIG/MAG Lassen:

Afwerking van de lasnaad is een vereiste. Deze lasmethode gaat gepaard met veel spetters. Om het oppervlak weer glad te krijgen moet er daarom geslepen worden.

Er is veel lasdamp- en rookontwikkeling bij deze lasmethode. Hoe hoger de stroomsterkte, hoe meer rook er ook ontstaat. Om deze warmte te verminderen kan er voor een pulse machine gekozen worden. Bij deze type MIG/MAG machines komt er minder warmte vrij.

Het lassen met een actief gas is erg gevoelig voor de wind. Daarom is buiten lassen niet aan te raden. Het smeltbad is dan namelijk niet voldoende beschermd. Door met gas of poeder gevulde lasdraden te gebruiken, kan dit voorkomen worden. Maar veelal wordt er voor elektrode lassen gekozen als er buiten gelast moet worden.

Wanneer kies je voor MIG/MAG lassen?

De hoofdzakelijke reden om voor deze methode te kiezen is de efficiëntie. In een relatief korte tijd kan er een degelijke las gemaakt worden. Het zichtwerk moet dan wel van minder belang zijn.

Als we het over de verschillende materialen hebben, dan kies je voor MIG lassen als je werkt met aluminium of RVS. Bij staal kies je voor MAG lassen.

In de lasindustrie wordt overal het MIG/MAG lassen toegepast. Dit gaat van de zware en middelzware industrie tot en met de plaatmetaalverwerkende industrie en de kleine industrie. Zelfs hobbyisten en thuisgebruikers geven vaak de voorkeur aan een MIG/MAG lasapparaat.

Wat heb je nodig voor MIG/MAG lassen?

MIG/MAG lasapparatuur bestaat over het algemeen uit een stroombron, draadaanvoerunit, werkstukkabel en een lastoorts. Het beschermgas zit in een gascilinder of wordt aangevoerd via een gasnet.

Het doel van de draadaanvoerunit is om de lasdraad van de haspel automatisch aan te voeren naar de lastoorts. Daarnaast regelt deze unit de spanning die door de stroombron wordt geleverd én het starten en stoppen van de stroombron. Dit is het geval wanneer er een elektronische stroombron wordt gebruikt. Daarom zijn de voedingsbron en de draadaanvoerunit verbonden met een bedieningskabel. Bovendien bepaalt deze unit de toestroom van het beschermgas.

Het laspistool moet tijdens het lassen gekoeld worden met gas of vloeistof. In gasgekoelde laspistolen fungeert het beschermgas als koeling voor het laspistool. Bij vloeistofgekoelde laspistolen is een afzonderlijke vloeistofkoelunit nodig om de koelvloeistof via de laskabel door het laspistool te laten circuleren.